J
Wijnwoordenboek
Paul Jaboulet Ainé
Tain l’Hermitage, Rhône, Frankrijk. °1834 door Antoine Jaboulet. Verdergezet door zijn zonen Paul en Henri. 100ha, gemiddeld 40 jaar oude stokken, 25 à 35 hl/ha. Lutte raisonnée. Constante kwaliteit sinds de jaren 50, een beetje zwakker en wat overgeconcentreerd sinds de eeuwwisseling. Overgekocht in 2006 door de Zwitserse familie Frey (eigendommen in de Champagne en de Bordeaux, Chateau La Lagune) omwille van de hoge erfenisrechten. Wijnmaker bleef nog even Laurent Jaboulet, maar de nieuwe chef (en oenologe) Caroline Frey stelde al snel Denis Dubourdieu aan als supervisor. In de wijngaard werden al maatregelen genomen om de opbrengst te beperken en werden de traditionele manden vervangen door kleinere dozen om minder schade tijdens het transport te krijgen. In de kelders werden de vaten vervangen en voortaan wordt alleen nog nieuwe en eerstejaarse eik gebruikt. Het hoofdkwartier zal verhuizen naar het Domaine de Thalabert waar ook nieuwe kelders zullen worden gebouwd. De nieuwe eigenaar wil ook uitbreiden: 1,8ha in de Côte-Rôtie werden al aangekocht. De Hermitage La Chapelle is al vijftig jaar te rekenen bij de top van de aoc (hij kreeg recent het gezelschap van een tweede wijn, La Petite Chapelle, na een zwakke periode in de jaren 90). Ook een goede Côtes du Rhône, de Parallèle 45, en een sterke Crozes-Hermitage, de Domaine de Thalabert. www.jaboulet.com In België verdeeld door De Coninck in Waterloo, in Nederland door Oud Reuchlin & Boelen in Zoetermeer.
Jacquère
Met deze zeer productieve Franse druif uit de Savoie wordt een wat eigenaardige witte wijn gemaakt die populair is bij de skiërs. Komt vooral tot zijn recht wanneer aangeplant op kalkrijke grond.
Château des Jacques
Romanèche-Thorins, Beaujolais. 36ha, waarvan 27 in Moulin-à-Vent en 9ha wit (chardonnay op kalkgrond voor de cuvée Clos de Loyse). 200.000 flessen per jaar. Vanaf 1928 eigendom van de familie Thorin, maar groot gemaakt door Michel Sauzey die nadat hij in 1987 zijn négoce verkocht zich concentreerde op dit domein en het zijn eigen stijl gaf. In 1996 aangekocht door Louis Jadot, de négociant uit de Bourgogne. Hij stuurde zijn wijnmaker, Guillaume de Castelnau, een ex-majoor van de cavalerie, die na zijn carrière in de leer ging bij mensen als Coche-Dury en Jayer, naar het domein om het tot nieuw leven te wekken. Dit gebeurt vooral door de introductie van technieken die voor de Bourgogne al erg normaal zijn, maar die in de Beaujolais met zijn meer op volume gerichte verleden nog niet massaal worden toegepast. Zo werd het gebruik van kunstmest en onkruidbestrijder zo goed als gestopt (het domein is op weg naar een biodynamische cultuur), wordt er nu geplukt met de hand en wordt de maceration carbonique niet langer gebruikt. Triage op oogsttafels. Het domein past de enherbement toe en houdt zelfs rekening met de aardstralen. 50 hl/ha. Tegen de traditie in wordt hier ook ontsteeld. Alleen natuurlijke gisten. Temperatuurgecontroleerde extractie. Lange cuvaison (30 dagen) en eigenlijk erg Bordelees qua keldertechnieken. 50% van de wijn rijpt op nieuwe barrique, een deel blijft op inox om leter te kunnen corrigeren op fruitigheid. De wijngaarden liggen verspreid over verschillende terroirs: la Roche (kwartsiet), Grand Carquelin (mengeling van graniet) en Rochegrès (grès, rijk aan mangaan). De Grand Clos reeks komt van vijf aparte percelen. Eén van de vaste waarden van de AOC Moulin-à-Vent, maar tegelijk wat apart omdat de wijn veel mineraliger is dan zijn concurrenten en over een heel stevige structuur beschikt. Erg karaktervol. In de Morgon wordt de kwaliteit van het Château de Bellevue (nu herdoopt tot Château des Lumières) verder onder handen genomen.
Chateau St Jacques d’Albas
Laure, Minervois, Languedoc. 75ha groot domein. In 2001 aangekocht door zakenman Graham Nutter en echtgenote Beatrice die het wat verwaarloosde domein nu terug op niveau aan het brengen is (voorheen gingen de druiven naar de coöp). 24ha, met 30% syrah, 30% grenache, 30% carignan, 10% mourvèdre. 1,5ha wit met roussanne, viognier en vermentino, pas aangeplant in 2006.Goed uitgeruiste nieuwe kelders, maar ook aandacht voor lage opbrengsten, organische landbouw en heraanplantingen. De grond van de wijngaarden, op stervan na dood na jaren chemische onkruidbestrijding, wordt terug tot leven gewekt door het toevoegen van homeopathische hoeveelheden mineralen (Methode Cousinié) en het inploegen van schapenmest. De Cuvée La Chapelle is een 100% syrah. In de gewone cuvée zit vooral grenache en carignan, met een spatje syrah, in de Cuvée du Château is de syrah met 70% in de meerderheid. http://www.saint-jacques-albas.leminervois.com.
Jacquesson
Rully, Bourgogne. 11ha. Paul Jacquesson nam het domein van zijn vader, Henri, over in 1992. Verdere expansie. Handgeplukt (een van de vier in het dorp die weigeren machinaal te plukken). Rijk en fruitig en aanzien als één van de beste van de Côte Chalonnaise.
Jacquesson
Dizy, Champagne. °1798 en de lievelingschampagne van Napoleon. In 1844 vond Adolphe Jacquesson de muselet uit, het ijzeren structuurtje dat een champagne-kurk op zijn plaats houdt. Jean-Hervé en Laurent Chiquet, broers. De familie Chiquet verwierf het huis in 1974. 19ha rood met 50% pinot meunier en 50% pinot noir. 12,5ha wot met 100% chardonnay. 350.000 flessen per jaar. Wijngaarden in Avize, Aÿ, Dizy en Hautvillers. Kopen ook druiven aan. Viniicatie op eiken fusten en sur lie, weinig of geen dosage (extra-brut), geen filtering. Ze worden op de markt gebracht wanneer ze klaar zijn en niet in chronologische volgorde. Elke tirage van de non-millésimé krijgt zijn eigen, op de fles vermeld, nummer mee. De basis-brut is een blend van 50% chardonnay, en 25% van de twee pinot’s. De millésimés zijn anders samengesteld. Klein maar sterk presterend huis. www.champagnejacquesson.com
Louis Jadot
Beaune. °1859 door Louis Jadot. Na drie generaties Jadot, 30 jaar André Gagey, momenteel geleid door Pierre-Henry Gagey. Heeft naast een eigen domein ook een aantal overeenkomsten rond marketing en produktie met andere domeinen en controleert in totaal bijna 140ha wijngaard. De belangrijkste zijn het eigen Domaine Jouis Jadot (37ha in de Côte d’Or), het Domaine Gagey (8ha in de Côte d’Or), het Domaine des Héritiers Louis Jadot (16ha) en het Domaine du Duc de Magenta (9ha). Zeer breed gamma, grote hoeveelheden, maar indrukwekkende kwaliteit, vooral dankzij de geniale pinot noir specialist Jacques Lardière (sinds 1970). Ook belangrijke eigendommen in de Beaujolias (Chateau des Jacques en Chateau De Bellevue). Gebruikt geen chemische onkruidbestrijding. Handgeplukte druiven en tweede triage in de kelders. Schilweking van ongeveer 30 dagen is gebruikelijk en er worden voor de opvoeding (10 à 20 maanden) bottes van 225l gebruikt, waarvan 30% in nieuwe eik. Heel individuele aanpak: de musigny bijvoorbeeld wordt helemaal ontsteeld, de chambertin wordt gemaakt met de volledige trossen.
Jaen
Portugese druif. Zie Mencia.
Jakoncic
Kozana, Goriska Brda, Slovenië. Familiewijngaard sinds 1847, maar de wijn ging altijd naar de lokale coöperatieve. Vader Igor besliste dan om zich los te koppelen en onder eigen naam te werken. Zoon Aljosa vervoegde hem en de twee werken nu samen. Aljosa pastte onder andere de snoeivorm aan, die nu anders is dan die van de meeste wijnbouwers uit de regio. Hij houdt niet van wijnen met veel alcohol (vindt 13,5% meer dan genoeg) en zoekt vooral naar structuur en intensiteit. Lutte raisonné, maar er wordt toegewerkt naar bio.
Les Jamelles
°1991 door Catherine en Laurent Delaunay, twee Bourgondiërs die na ervaring te hebben opgedaan in Californië vielen voor de charmes van de Languedoc. Ze kopen over de hele Languedoc druiven op van wijngaarden waarvan ze vinden dat ze het ideale terroir zijn voor een bepaald druivenras, overzien het wijnmaken met deze druiven en creëren dan de finale blend om ze vervolgens op de markt te brengen, meestal als mono-cépages. Les Jamelles is hun hoofdgamma, met zes witte en zes rode, daarnaast hebben ze ook Les Petites Jamelles, een witte, rosé en rode grenache, en drie wat ambitieuzere blends onder de Sélections Spéciales naam. www.les-jamelles.com In België geïmporteerd door Het Wijnhuis in Antwerpen en St-Niklaas.
Domaine de la Janasse
Châteauneuf-du-Pape. Aimé (sinds 1967) en Christophe (sinds 1991) Sabon. Dochter Isabelle sinds 2001. Eerste eigen kelder en cuvée in 1973, voorheen werden de druiven naar de coöperatieve gebracht. Toen 15ha, nu 55, verspreid over 60 percelen. 15ha in de Châteauneuf, 20 ha in de Côtes-du-Rhône, 20ha in de Vin de Pays de la Principauté d’Orange. Uiteenlopende terroirs (wat toelaat om veel cuvées te maken en een grote complexiteit in te brengen). Hoog niveau en excellente prijs/kwaliteit. Vaak beschreven als “Elegant met fond”. Drie interessante Châteauneuf cuvées maar ook een erg aangename basis Côtes du Rhône. Gebruiken ontsteling en een mix van foudres en barriques met een korter verblijf op eik om fruit en elegantie meer naar de voorgrond te brengen. Grenache liefhebbers die 80% in de basiscuvée, 90% in de Vieilles Vignes en 100% (een perceel met stokken uit 1912) in de cuvée Chaupin gebruiken. Zeer lage opbrengsten zorgen ervoor dat de grenache hier scoort. Consultant Jean-Luc Colombo. Snoei en groene oogst om de rendementen te beperken tot 20 à 30 hl/ha voor de Châteauneuf en 35 à 45 voor de Côtes-du-Rhône. Viticulture raisonnée. 4000 à 5000 stokken/ha. Dubbele triage. Eraflage voor 50 tot 80% omdat die voor rijpe grenache als positief worden aanzien. Kleine betonnen cuves met temperatuurregeling. Weinig hout. De meeste cuvées worden zo’n 12 tot 14 maanden opgevoed.
Vin de Pays du Jardin de la France
Loire. Wit, rosé en rood. Landwijnen uit de departementen Mine-et-Loire, Indre-et-Loire, Loiret, Loire-Atlantique, Loir-et-Cher, Indre, Allier, Deux-Sèvres, Sarthe, Vendée, Vienne, Cher, Nièvre. 45% van de produktie is wit, de rest rood en rosé. Het zijn de klassieke druiven van de regio die gebruikt worden. Ze zijn jong te drinken. Deze regionale benoeming dekt ook de Vins de Pays de Retz, des Marches de Bretagne en des Coteaux Charitois.
Domaine Paul et Eric Janin
Romanèche-Thorins. Eén van de beste van de AOC Moulin-à-Vent. 10ha. 50.000 flessen per jaar. Grotendeels (90%) gelegen op een stuk met slib en rode klei, meer naar Romanèche toe, waar de druiven laat rijpen, maar hun meticuleuze zorg in de wijngaard maakt die iets minder gunstige terroir goed. 10% ligt dichter bij Chenas op een armere bodem met veel graniet. Zoon Eric studeerde in Beaune en vervoegde het domein al in 1983, maar nam de teugels over in 1995. Rusteloze zoekers naar kwaliteit, continu bezig met experimenten die af en toe heel aparte cuvées opleveren als de moderne Séduction die in 2002 op de markt verscheen. Toch werden ze lang lokaal aanzien als traditionalisten die een korte schilweking met de steeltjes (9 à 10 dagen) toepassen, een techniek die al uit de jaren 50 dateert, gevolgd door 9 à 10 maanden rijping op oude foeders en het is maar sinds enkele jaren dat Eric hier wijzigingen aanbrengt (langere schilweking, deels ontsteelde druiven). Hun klassieker is de vaak zeer elegante Clos du Tremblay die een paar jaartjes kelder vraagt en die in een goed jaar verrassend mooi veroudert. De wijnen van dit huis zijn een beetje rustiek in hun jeugd. De Domaine des Vignes des Jumeaux, hun Beaujolais-Villages, komt van een rijkere bodem met klei en graniet en levert veel fruitigere maar minder complexe wijnen op. Er wordt een sort lutte raisonnée toegepast en op de helft van het domein wordt licht geploegd tussen de rangen, niet te diep op de bodemstructuur niet te verstoren.
Jasnières AOC
Loire. 4ha. Wit met chenin blanc. Deze zeer kleine appellation is het neusje van de zalm van de Coteaux du Loir wijngaarden, uitsluitend voor witte wijn en op een stuk grond van nauwelijks enkele honderden meter breed en 4km lang. In grote jaren kan hij subliem zijn. Hij is erg zeldzaam. Aroma’s van citrus, amandel, kweepeer, abrikozen, perziken, soms wat rozen of tijm en munt. Drinken op 10 à 12°. Hij kan droog of halfzoet zijn, afhankelijk van de weersomstandigheden.
Henri Jayer
In 1939 op 16-jarige leeftijd begonnen in de wijngaard van zijn vader in Vosne-Romanée, geheel tegen zijn zin. Ontmoet op jonge leeftijd René Engel, professor in de oenologie in Dijon, die hem wijnen van over de hele wereld liet proeven en in hem een passie voor goede wijn deed ontwaken. Behaalde er zijn diploma oenologie. Was in de jaren 70 verantwoordelijk voor een revolutie in de Bourgogne toen hij gloednieuwe technieken begon toe te passen om fruitigere en meer spectaculaire wijnen te maken (rijp oogsten, kleinere rendementen, introductie in de regio van de selectie op oogsttafels, volledige ontsteling, koeling van de schilweking, zuivere en gekoelde kelders, nieuwe eik). Had de theorie dat 80% van de Bourgondische wijn goed de kelder in gaat, maar dat maar 20% er ook goed uitkomt. Was daarom een heel grote verdediger van de perfecte kelderomstandigheden (zuivere, gekoelde omgeving, regelmatig bijvullen van de vaten). Zijn wijnen zijn al lekker jong (en lijken dan ouder dan ze zijn), maar blijven dat ook wanneer ze oud zijn (en lijken dan jonger). De Cros Parantoux was zijn paradepaardje, een wijngaard die hij zelf aanplantte. Op pensioen in 1995 (maar maakte nog een eigen wijn tot in 2000). Was tussen 1945 en 1988 ook actief op het domein Méo-Camuzet. Overleden in 2006 op 84 jarige leeftijd. Emmanuel Rouget, zijn neef, volgde hem op (de wijnen van het domein dragen nu diens naam). De wijnen van Rouget worden verdeeld door Van Oevelen in Edegem.
Jerez
Het sherry-gebied van Spanje ligt tussen de rivieren Guadalquivir en Guadalete en kent een heet mediterraan klimaat. Grote, zachtgolvende heuvels of albarizas van witte organische mergel, rijk aan kalk, klei en siliciumdioxide, slaan tijdens de winter vocht op die in de diepe bodem tijdens de lange hete zomer als voedselbron dient. Deze bodem is alleen te vinden in de driehoek Sanlucar de Barrameda,Jerez de la Frontera en El Puerto de Santa Maria, het zogenaamde Jerez Superior gebied. In de ‘zona’ is de grond minder geschikt en de wijn van mindere kwaliteit. Het gebied kent 290 dagen per jaar volle zon, met soms temperaturen van meer dan 40°C en een hete woestijnwind. 95% wordt gemaakt met listan of palomino druif, perfect aangepast aan de klimatologische omstandigheden en de grond. Alleen de eerste persing wordt gebruikt, het vocht van de tweede persing wordt gedistilleerd. Na de persing en de gisting in stalen tanks gaat de wijn voor een jaar op eiken vat. Op dit moment beslist een ervaren proever al of de wijn zal utgroeien tot een droge fino die flor ontwikkelde of tot een zoete oloroso. De fino’s worden nu met alcohol versterkt tot 15%, de oloroso’s tot 18%. Bij de fino’s verteert de flor (kaamgist) de suikers en glycerine en hij maakt de wijn kurkdroog (crianzo bajo – proces). De florlaag schermt de wijn ook af van oxidatie door direct contact met zuurstof waardoor hij fris van smaak blijft. De 18% alcohol van de oloroso is te hoog om kaamgist toe te laten zich te ontwikkelen. Zij worden oxidatief verouderd en de beste kunnen hierdoor tot 100 jaar oud worden. Ze zijn complex en diep. Om sherry te maken moet de wijn nu nog door het solera proces dat verschillende oogstjaren tegelijk veroudert en vermengd, waarbij de jonge wijn de smaak van de oude moet overnemen. Het proces steunt op een muur van vaten die op elkaar gestapeld worden in rijen. De onderste rij bevat de oudste wijn (de solera), de rijen daarboven zijn jonger en kunnen uit verschillende lagen en dus oogstjaren bestaan (de eerste criadera, de tweede, de derde…), tot men aan de toplaag komt met wijn van het jongste jaar (de añada). Bij het bottelen wordt een zeker % van de solera laag afgetapt waarop een zeker % van de wijnen in de lagen erboven ook een niveau zakt zodat er op elke laag een vermenging van verschillende jaargangen gebeurt. Het wettelijke minimum in dit systeem is een aftap in de solera-laag van 35% wat dus beduidt dat de wijn gemiddeld drie jaar oud zal zijn maar bij het maken van goede oloroso wordt de aftap beperkt om naar tien of zelfs dertig jaar te gaan. De officiële website van de DO vindt je op www.sherry.org
Soorten sherry:
Fino: strogeel, droog en fris, geur en smaak van noten (amandel en walnoot), hout en ‘flor’. Minimaal drie jaar rijping. Zeer goed aperitief. 6-8°C. Past bij olijven, nootjes, tapa’s of gegrilde gamba’s of rivierkreeftjes. Zeer goed bij maatjes. Een gesloten fles kan je zo’n 18 maanden bewaren, eens geopend blijft ze maximaal tien dagen goed in de ijskast.
Amontillado: donkerder van kleur. Vijf tot vijftien solera jaar rijping. Krijgen na de rijping op flor ook nog een mutage die de flor doodt en het alcoholgehalte verhoogt. Daarna volgen nog een aantal jaren oxydatieve rijping. Frisse smaak en geur van hazelnoten. 17,7%. Winters aperitief maar ook goed bij wild of wit vlees. 12-14°C. Een gesloten fles kan je zo’n twee-drie jaar bewaren, eens geopend blijft ze enkele weken dagen goed.
Oloroso: gemaakt met op matten ingedroogde px druiven; veel donkerder van kleur. Amber- tot mahoniehout-kleurig. Volle en krachtige smaak, duidelijke hinten van walnoten. Heeft volledige oxidatie gehad. 18% alcohol. 12-14°C voor jonge oloroso, 14-16°C voor oudere. Er bestaat ook dulce of zoete. Past bij oosterse gerechten én bij een goede sigaar. Eens geopend blijft de fles enkele maanden goed, gesloten kan je ze meerdere jaren wegleggen, de betere tot tien jaar, de beste tot 100 jaar.
Palo Cortado: Kleur van mahonie. Droge evenwichtige smaak van hazelnoten. Zeldzaam. Zacht als een amontillado, vol als een oloroso. 14-16°C. Kan zéér oud worden. Winteravondwijn om met een sigaar te degusteren voor het houtvuur.
Medium: ook bekend als amoroso. Zoet en in feite een blend van gewone oloroso met zoete pedro ximenez of moscatel. Drinken op 15-16°C. Een geopende fles blijft enkele maanden goed.
Pale Cream: zacht en bleek als een fino maar lichtzoet en meestal delicaat van smaak. Eigenlijk een oloroso (minimaal drie jaar oud, maar om goed te zijn tien) waaraan wat zoete px werd toegevoegd. 17,7%. Goed in combinatie met paté en vers fruit. 8-10°C.
Rich Cream: ook bekend als cream of olorose dulce. Vijf tot vijftien jaar oud. Pedro ximenez druif, eventueel aangevuld met moscatel. Veel body en karakter. Zoet, vol, krachtig en zacht. 17,5%. Dessertwijn. 12-14°C. Een fles cream kan je enkele jaren kelderen, eens geopend blijft ze een paar maanden goed.
Pedro Ximenez of px: donkere, mahoniekleurige zeldzame wijn. Rozijnen met hints van koffie- en cacoabonen. In de zon gedroogde pedro ximenez-druiven. 17%. Vaak bij zoet gebak, maar kan zelfs bij chocolade. 16-18°C of goed gekoeld. Eens geopend kan je ze een paar maanden houden, gesloten soms tot een decade.
De aanduidingen VOS of VORS slaan op de leeftijd, Very Old Sherry voor sherry die 20 jaar op vat bleef en Very Old Rare Sherry voor meer dan 30 jaar.
Soorten sherry:
Fino: strogeel, droog en fris, geur en smaak van noten (amandel en walnoot), hout en ‘flor’. Minimaal drie jaar rijping. Zeer goed aperitief. 6-8°C. Past bij olijven, nootjes, tapa’s of gegrilde gamba’s of rivierkreeftjes. Zeer goed bij maatjes. Een gesloten fles kan je zo’n 18 maanden bewaren, eens geopend blijft ze maximaal tien dagen goed in de ijskast.
Amontillado: donkerder van kleur. Vijf tot vijftien solera jaar rijping. Krijgen na de rijping op flor ook nog een mutage die de flor doodt en het alcoholgehalte verhoogt. Daarna volgen nog een aantal jaren oxydatieve rijping. Frisse smaak en geur van hazelnoten. 17,7%. Winters aperitief maar ook goed bij wild of wit vlees. 12-14°C. Een gesloten fles kan je zo’n twee-drie jaar bewaren, eens geopend blijft ze enkele weken dagen goed.
Oloroso: gemaakt met op matten ingedroogde px druiven; veel donkerder van kleur. Amber- tot mahoniehout-kleurig. Volle en krachtige smaak, duidelijke hinten van walnoten. Heeft volledige oxidatie gehad. 18% alcohol. 12-14°C voor jonge oloroso, 14-16°C voor oudere. Er bestaat ook dulce of zoete. Past bij oosterse gerechten én bij een goede sigaar. Eens geopend blijft de fles enkele maanden goed, gesloten kan je ze meerdere jaren wegleggen, de betere tot tien jaar, de beste tot 100 jaar.
Palo Cortado: Kleur van mahonie. Droge evenwichtige smaak van hazelnoten. Zeldzaam. Zacht als een amontillado, vol als een oloroso. 14-16°C. Kan zéér oud worden. Winteravondwijn om met een sigaar te degusteren voor het houtvuur.
Medium: ook bekend als amoroso. Zoet en in feite een blend van gewone oloroso met zoete pedro ximenez of moscatel. Drinken op 15-16°C. Een geopende fles blijft enkele maanden goed.
Pale Cream: zacht en bleek als een fino maar lichtzoet en meestal delicaat van smaak. Eigenlijk een oloroso (minimaal drie jaar oud, maar om goed te zijn tien) waaraan wat zoete px werd toegevoegd. 17,7%. Goed in combinatie met paté en vers fruit. 8-10°C.
Rich Cream: ook bekend als cream of olorose dulce. Vijf tot vijftien jaar oud. Pedro ximenez druif, eventueel aangevuld met moscatel. Veel body en karakter. Zoet, vol, krachtig en zacht. 17,5%. Dessertwijn. 12-14°C. Een fles cream kan je enkele jaren kelderen, eens geopend blijft ze een paar maanden goed.
Pedro Ximenez of px: donkere, mahoniekleurige zeldzame wijn. Rozijnen met hints van koffie- en cacoabonen. In de zon gedroogde pedro ximenez-druiven. 17%. Vaak bij zoet gebak, maar kan zelfs bij chocolade. 16-18°C of goed gekoeld. Eens geopend kan je ze een paar maanden houden, gesloten soms tot een decade.
De aanduidingen VOS of VORS slaan op de leeftijd, Very Old Sherry voor sherry die 20 jaar op vat bleef en Very Old Rare Sherry voor meer dan 30 jaar.
Silvio Jermann
Dolegna del Collio, Friuli. °1881. 43ha wijngaarden in Farra d’Isonzo en Ruttars. Goed voor een jaarproduktie van 280.000 flessen. Silvio Jermann als eigenaar, Alberto Faggiari als keldermeester. Silvio werd opgeleid in Conegliano en het Instituto di san Michele, vertrok dan naar Canada en kwam 30 jaar geleden terug met pakken nieuwe ideeën. Nadat hij de weerstand van vader Angelo had overwonnen begon hij de witte wijnwereld van friuli om te gooien. 120 ha, verspreid over veel kleine perceeltjes, die hij minutieus opvolgt en dat schijnt ook de reden te zijn dat je hem zelden ziet op beurzen en events. Sinds kort geholpen door zoon Angelo. In 2002 werd gestart met de bouw van nieuwe kelders. Maakt drie rode cuvées, maar is het bekendst voor wat hij deed met zijn witte wijnen van oude druivenrassen. Sinds de eeuwwisseling maakt hij ook meer en meer witte blends. In België ingevoerd door Selezione Vini Italiani in Zonhoven.
Domaine Charles Joguet
Sazilly, Chinon, Loire. °1957. Tijdens de jaren 80 een ster aan het Chinon firmament en de man die een generatie wijnkenners en sommeliers liet kennismaken met grote chinon wijnen. Sinds 1997 niet meer in handen van Charles Joguet maar van zijn boekhouder Jacques Genet. Sindsdien in iets mindere vorm maar nog steeds een aanrader. 40ha in Beaumont-en-Véron. De grote cuvées (Clos de la Dioterie, Chêne Vert, Varenne du Grand Clos) zijn ronduit schitterend maar de eerste wijnen schijnen wat te simpel te zijn voor een domein met zo’n reputatie. Past sinds begin 21e eeuw opbrengstbeperking toe door efficiënter te snoeien.
Johannisberg
Zwitserland. Synoniem voor sylvaner.
Château Jolys
Gan, Jurançon. °1960 door Pierre Yves Latrille, een landbouwingenieur, uit het niets. 36ha en grootste domein van de Jurançon maar niet slecht. Vanaf 1983 bottelen ze zelf. Vandaag geleid door dochter Marion Henry, tegelijk baas in de kelder en al sinds 1999 de wijnmaakster. Er wordt met de hand geoogst, per perceel, van half oktober tot in januari als de omstandigheden er naar zijn. De Cuvée Jean is genoemd naar zijn enige mannelijke afstammeling, een kleinzoon. www.chateau-jolys.com
Jongieux
Savoie Cru. Wit met jacquère en chardonnay, rood en rosé met gamay. Ten westen van het meer van Bourget ligt een pas sinds 1988 erkende cru voor witte en rode wijn, gemaakt van de klassieke druivenrassen uit de savoie.
Domaine Josmeyer
Wintzenheim, Alsace. Nam begin jaren 70 het goed over van zijn vader. Naast de druiven van niet minder dan 31ha eigen wijngaarden, gebruikt Jean Meyer ook druiven van andere boeren. Hij maakt zeer lichte en delicate wijnen die bestemd zijn om een maaltijd te begeleiden. De grand crus hengst en brand leveren erg mooie rieslings op. Al lang bezig maar pas de laatste vijf jaar op zijn top. Uitzonderlijke pinot blanc. Zelfs zijn rijkste rieslings behouden hun voor hem typisch kristalhelder en elegant karakter. Homme de l’Année Revue de Vin de France 2004. Veel export (bijna 70%). “Riesling is geen druif, het is een planeet”.
Weingut Toni Jost
Bacharach, Mittelrhein. Peter en Linde Jost. Grote pleitbezorger en beste wijnbouwer van de Mittelrhein. 5ha in de premier cru Bacharacher Hahn, een zonnige naar het zuidoosten gerichte heuvelflank met donkere leisteen die al vijf generaties in de familie is. Ook percelen in de Bacharacher Wolfshöhle. Rijke en ronde wijnen à la Rheingau. 12ha waarvan 1/3 in de Rheingau. 80% riesling. Natuurvriendelijk, handenarbeid, strenge selectie in de pluk, moderne en zuivere kelders, weinig manipulatie. 90.000 flessen per jaar. Duur maar zeer goed.
Juan Garcia
Spanje, Zamora. Jong te drinken rode, soms leuk, maar vaak niet gemakkelijk.
Domaine de Juchepie
Faye d’Anjou. 6ha chenin blanc, gemiddeld meer dan 50 jaar oude stokken, 12.000 flessen per jaar. Bio (geen herbicides of kunstmest). Eigendom van Eddy Oosterlinck en echtgenote, een Belgisch koppel. Met veel passie en ernst gemaakte Coteaux du Layon’s dankzij een rigoureuze selectie in de wijngaard. Drie zoete cuvées, een kleine hoeveelheid droge witte Anjou en een heel beperkt aantal rode. In België te koop bij Wijnen Michel in Dilbeek, in Nederland bij Onder De Kurk in de omgeving van Rotterdam. www.juchepie.com
Juhfark
Hongarije. Met uitsterven bedreigd en vandaag alleen nog in Somló. Redelijk hoge zuurtegraad en erg geschikt voor kelderrijping. Vandaag veel gebruikt in blends met riesling en furmint.
Franck Juillard
Juliénas, Beaujolais. °1992. Franck Juillard. 9ha. Eén van de betere in Saint-Amour. Wijnbouwer in de vierde generatie. Saint-Amour, Saint-Véran en Juliénas.
Michel Juillot
Mercurey. Eén van de beste domeinen van Côte Chalonnaise. Oude familie van wijnmakers, ooit door de phylloxera zwaar getroffen. Louis Juillot startte alles opnieuw in 1945, maar het was zoon Michel die vanaf 1963 voor de grote groei zorgde. Sinds 1996 olv Laurent Juillot (die ervaring opdeed in California, Australia en Nieuw-Zeeland). 32ha, waarvan 21,5ha in Mercurey. Ook wat Rully en enkele percelen in de Côtes de Beaune. 180.000 flessen per jaar. 50% export. Lutte raisonnée. Met de hand geoogst. 12 à 18 maanden eik, met 10 tot 35% nieuwe. Gebruikt vaak nieuw hout (al sinds 1978 toe hij de eerste testen deed onder begeleiding van prof Feuillat van de univ van Dijon), vooral afkomstig van eiken uit de Vogezen. Constant op zoek naar de karakteristieken van het terroir (zegt hij zelf). www.domaine-michel-juillot.fr
Juliénas AOC
Beaujolais. 606 ha. Gebruikte druiven: gamay. Deze wat ongewone cru komt van de meest noordelijk gelegen wijngaarden van de Beaujolais, grenzend aan die van de Mâconnais en gelegen op hellingen tussen de 300 en de 350m. Erkend sinds 1938. In het westelijk deel bestaat het terroir uit graniet en leisteen, in het oosten vooral uit klei en slib, iets minder interessant. Hij heeft een fruitig boeket van perzik, kersen en aardbeien en wordt best gedronken op 13°C. Het is een goede wijn voor de coq au vin of bij wild. Hij is minder uitbundig dan een gewone Beaujolais, komt pas op gang na twee tot vier jaar kelder en wordt dan zeer goed na vijf of zes jaar, wanneer hij krachtig en fruitig wordt en soms zeer complex. Dit geldt wel veel minder voor de wijnen die afkomstig zijn van de wijngaarden op klei die fruitiger en snel drinkbaar zijn. Het is absoluut geen terraswijn, hij moet rustig genoten worden.
Juliénas jaren
2003: uitzonderlijk goed. 2002: Zéér moeilijk 2002, “une année de vignerons”. 2001: niet slecht maar niet om te laten liggen. 2000: goed jaar met goede tannines. 1999: goed indien men het rendement onder controle hield. 1998: niet zo best, maar nu wel mooi op dronk gekomen. 1997: rond en warm, goed jaar.
Juliénas jaren
2003: uitzonderlijk goed. 2002: Zéér moeilijk 2002, “une année de vignerons”. 2001: niet slecht maar niet om te laten liggen. 2000: goed jaar met goede tannines. 1999: goed indien men het rendement onder controle hield. 1998: niet zo best, maar nu wel mooi op dronk gekomen. 1997: rond en warm, goed jaar.
Juliusspital
Würzburg, Franken. °1576 door prinsbisschop Julius Echter voor caritatieve doeleinden (vandaag nog steeds een ziekenhuis, congrescentrum, apotheek en bejaardentehuis). Putten hun inkomsten ondermeer uit een wijndomein van 169ha (ook nog 1000ha graan en 3500 ha bos), goed voor een jaarproduktie van een miljoen flessen. Grootste domein van Franken en derde grootste van Duitsland. De wijnkelders worden elk jaar door zo’n 20.000 toeristen bezocht. Veel verschillende terroirs, en veel percelen in de beste Frankische wijngaarden (Würzburger Stein, Escherndorfer Lump, Randersacker Pfülben, Iphofer Julius-Echter-Berg). Horst Kolesch als wijnbouwingenieur en manager, Benedikt Then is de uitermate ervaren wijnmaker. 20% riesling (met een minder goede reputatie) en 40% silvaner (met een zeer goede reputatie). Ook de weissburgunder schijnt niet verkeerd te zijn. Op de erg steile hellingen wordt met de hand geplukt. Er wordt zowel op inox als op hout gevinifeerd. Het gamma is in drie opgedeeld met de Gutsweine onderaan, gevolgd door de Lagenweine en de Grosse Weine. www.juliusspital.de
Mas Jullien
Terrasses du Larzac, Coteaux du Languedoc. Olivier Jullien (°1965) sinds 1985. Op 22 jarige leeftijd besluit hij het voorbeeld van Aimé Guibert (Mas de Daumas Gassac) te volgen en zelf te gaan vinifieren naar diens voorbeeld. Een voorbeeld voor de jonge wijnmakers van de regio. 16ha, waarvan 13 in rood (25% carignan, 25% grenache, 25% syrah, 20% mourvèdre en 5% cinsault) en 3ha in wit (40% carignan, 20% grenache, 10% viognier, 10% chenin, 5% clairette en 15% andere rassen). 60.000 flessen per jaar. Zeer evenwichtige wijnen en mooie blends maar schuwt de publiciteit en men vindt ze het meeste op restaurant en slechts uiterst zelden in de handel. Besloot in 2005 om zijn productie in wit met de helft te halveren (om betere wijn te maken!). Dikke vriend van Didier Daguenau die hem ook wel wat beïnvloed. Heel veel respect voor de traditie en de lokale druif, zowel voor de syrah als de carignan. Had in het begin twee cuvées, de Depierre en de Cailloutis, maar maakt ze nu tot één blend. In 2006 uitgekozen als N°3 van de Languedoc in het Revue de Vin de France. Koopt en verkoopt zeer vaak percelen, altijd onrustig op zoek naar de beste (tussen 2000 en 2005 werd 40% van zijn grond verwisseld). Rusteloze zoeker naar de ideale methode, houdt niet van dogma’s. Was in de wijngaard achterenvolgens traditioneel, bio en biodynamisch maar schrikt niet terug om wanneer nodig uitzonderingen te maken op die regels. Nu gezien als een voortrekker en een voorbeeld voor de regio. Erg zuiderse wijnen met veel rijkdom en intensiteit. Zijn wijnen moeten ruim op voorhand geopend worden. Maar 3ha wit maar daar maakt hij wel één van de beste witte wijnen van de Languedoc mee, op basis van (meestal, niet altijd) carignan blanc en grenache blanc waaraan hij kleinere hoeveelheden viognier, roussanne, chenin en clairette toevoegt om de wijn te “kruiden”. Zeer fijn en levendig, vraagt tijd om te versmelten en moet tussen de drie en vijftien jaar kelderen. Houdt er nog altijd aan om een deel van de produktie rechtstreeks te verkopen aan de liefhebbers, via een systeem van reservatie, en aan aanvaardbare prijzen.
Jumilla DO
Murcia. 43000 ha. Wit, rood en rosé. Gebruikte druiven: wit met merseguera, airen en pedro ximenez, rood en rosé met monastrell, garnacha, tempranillo en syrah. Het is hier heet en droog en weinig andere druiven dan de monastrell kunnen hier zonder irrigatie overleven. 80% van de oogst word door de coöperatieven gebruikt om een donkere rode wijn te maken die in bulk naar Midden-Europa gaat om er versneden te worden met andere wijnen. De natuurlijke beperking tot monastrell was lang een vloek, maar met modern materiaal kunnen er ook met monastrell zeer interessante wijnen gemaakt worden. De wijngaarden van Jumilla liggen vrij hoog, soms boven de 700m op een ondergrond van kalksteen met een bovenlaag van losse zanderige roodbruine grond. Het klimaat is continentaal en dus heet en droog. De lokale witte is simpel en goedkoop, maar meestal niet interessant. In de rosado komen de kwaliteiten van de monastrell voor het eerst naar boven. De goede bestaan voor minstens 50%, maar bij voorkeur voor 100% uit monastrell. Hij is fris, sappig en fruitig en zeer goed bij paella. Rode Monastrell kan heerlijk zijn, indien hij modern gemaakt is, met bijvoorbeeld een techniek als de macération carbonique. Zelfs houtlagering, waar de oxydatie-gevoelige monastrell niet zo geschikt voor was, lukt nu goed wanneer men de gistingstemperatuur onder controle kan houden en er zijn nu redelijk wat goede jovens en crianzas. Er wordt ook geëxperimenteerd met andere druiven als syrah en soms vind je mooie assemblages (zoals monastrell-tempranillo).
Juniper Estate
Margaret River, Australië. Het vroegere Wrights landgoed van Henry en Maureen Wright in Wilyabrup werd in 1998 overgenomen door een groep zakenlui uit Perth en omgedoopt. Mark Messenger, voorheen werkzaam als assistant-wijnmaker bij Cape Mentelle (1990-1998) werd ingehuurd als oenoloog en viticulturist. 21ha wijngaard, al vanaf het begin met cabernet sauvignon en shiraz voor rood, en semillon en riesling. De wijngaard, rond een stuk van 8,5ha uit 1973, werd vernieuwd, de riesling werd vervangen door cabernet sauvignon en een extra 2,4ha wijngaard werd bijgekocht om er steundruiven als petit verdot, malbec, merlot en cabernet franc op te planten. Er werd ook geïnvesteerd in installaties en kelder. Geen irrigatie (dry farming). De Juniper Estate wijn is gemaakt 100% druiven van eigen land, de tweede wijn Juniper Crossing, is gemaakt met een mix van eigen en aangekochte druiven. http://www.juniperestate.com.au/
Jura (regio)
Tussen Bourgondië en Zwitserland liggen 1854 ha wijngaarden op heuvelruggen van het krijtplateau van de Jura. De ondergrond bestaat uit mergelaarde en afgebrokkelde kalkblokken en ze liggen op hoogtes tussen de 250 en 480m. De percelen zijn redelijk klein, tussen de vijf à zes hectaren en hellingsgraden tot veertig procent maken mechanisatie erg moeilijk. De winters zijn streng, de lente vroeg en zacht, de zomers en nazomers zijn warm maar zeer onregelmatig, met veel neerslagdagen maar ook met veel dagen waarop het erg heet kan zijn. De oogstperiode duurt zeer lang omwille van het onregelmatige klimaat en de rijpingsprocessen van de verschillende druivenrassen. Lokale druivenrassen zijn hier in rood even belangrijk als de Bourgondische pinot noir, maar in wit overheerst de chardonnay, hier melon d’Arbois genoemd, die dankzij de kalkrijke bodem een erg mooi boeket ontwikkeld. Hij word gebruikt voor leuke witte wijnen, maar ook zeer veel voor crémants. De lokale savagnin is goed voor 15% van het plantoppervlak en is de grondstof, na een bewerking van zes jaar, van de erg speciale vin jaune. In rood wordt pinot noir aangeplant als ondersteuning voor de andere rode wijnen, maar ook voor gebruik in de crémants waar blancs de noirs (van blauwe druiven gemaakte witte wijn) en blancs de blancs (van witte druiven gemaakte witte wijn) worden samengevoegd. Zeer lokaal is de poulsard, een mooie druif die weinig tannines bevat en daarom zeer geschikt is voor het maken van rosé, die hier trouwens op dezelfde wijze als een rode wijn gemaakt word en dus zelfs wat verouderingspotentieel heeft. 20% van de oppervlakte is er mee aangeplant. De trousseau is een andere lokale druif (goed voor 5%), waarmee de typische rode wijnen van de Jura worden gemaakt. Er zijn ongeveer 500 wijnbouwers. Typisch zijn de vele wijnboetieks die de wijn van het eigen domein en van nog kleinere wijnbouwers verkopen.
De wijnbouwers van de Jura onderscheiden twee types wijn: vins ouillés (klassieke legering op vaten met bijvulling om oxidatie te vermijden) en vins sous voile (zes jaar en drie maanden onaangeroerd op eikenhoutenvaten van 228 liter, zonder bijvulling). Het eindresultaat van de vins sous voile wordt gebotteld in de typische clavelin fles met een inhoud van 62 centiliter, precies wat er nog overblijft van één liter wijn na al deze jaren. Tijdens die periode verteert een natuurlijke gistlaag of flor (op dezelfde wijze als bij sherry) alle restsuikers wat resulteert in beendroge wijn. De aroma’s worden ondertussen gecreeërd door de uitwisseling van zuurstof via de houten vatwanden, terwijl hij in relatief koele (in tegenstelling tot sherry) kelders rust. Het eindresultaat is duur, erg speciaal en wordt vin jaune genoemd. Hij wordt alleen van de savagnin druif gemaakt en kan makkelijk dertig tot vijftig jaar kelder doorstaan. Aroma’s van hout (noten, toast, amandelen, rozijnen), gras (hooi, tabak, stro) en specerijen (nootmuskaat, kaneel, kerrie). Wanneer de oogst van onvoldoende kwaliteit is en door een lokaal comité wordt afgekeurd om er vin jaune van te maken mag men een droge witte wijn maken met twee à drie jaar sous voile en met dezelfde typische aroma’s, maar zonder de concentratie en de bewaarkracht van een echte vin jaune. Soms gebeurt dit ook met chardonnay en soms worden chardonnay en savagnin (apart sous voile gelagerd) gemengd om er Tradition wijn mee te maken. Vin Jaune past zeer goed bij straffe kazen als comté of roquefort maar ook bij een moeilijk gerecht als canard à l’orange.
De wijnbouwers van de Jura onderscheiden twee types wijn: vins ouillés (klassieke legering op vaten met bijvulling om oxidatie te vermijden) en vins sous voile (zes jaar en drie maanden onaangeroerd op eikenhoutenvaten van 228 liter, zonder bijvulling). Het eindresultaat van de vins sous voile wordt gebotteld in de typische clavelin fles met een inhoud van 62 centiliter, precies wat er nog overblijft van één liter wijn na al deze jaren. Tijdens die periode verteert een natuurlijke gistlaag of flor (op dezelfde wijze als bij sherry) alle restsuikers wat resulteert in beendroge wijn. De aroma’s worden ondertussen gecreeërd door de uitwisseling van zuurstof via de houten vatwanden, terwijl hij in relatief koele (in tegenstelling tot sherry) kelders rust. Het eindresultaat is duur, erg speciaal en wordt vin jaune genoemd. Hij wordt alleen van de savagnin druif gemaakt en kan makkelijk dertig tot vijftig jaar kelder doorstaan. Aroma’s van hout (noten, toast, amandelen, rozijnen), gras (hooi, tabak, stro) en specerijen (nootmuskaat, kaneel, kerrie). Wanneer de oogst van onvoldoende kwaliteit is en door een lokaal comité wordt afgekeurd om er vin jaune van te maken mag men een droge witte wijn maken met twee à drie jaar sous voile en met dezelfde typische aroma’s, maar zonder de concentratie en de bewaarkracht van een echte vin jaune. Soms gebeurt dit ook met chardonnay en soms worden chardonnay en savagnin (apart sous voile gelagerd) gemengd om er Tradition wijn mee te maken. Vin Jaune past zeer goed bij straffe kazen als comté of roquefort maar ook bij een moeilijk gerecht als canard à l’orange.
Domaine des Juralies
Menétru-le-Vignoble, Jura. 6ha. Janick Parent-Loonis, een moeder van vier kinderen afkomstig uit Pas-de-Calais. Werd wijnbouwster in 2005 en kende onmiddellijk succes. Janick vinifieert en haar echtgenoot verzorgt de wijngaarden. Geen oenologe, maar ze volgt haar instinct en dit deed ze alvast in 2006 met succes. Hecht (terecht) veel belang aan de trieertafel. Te volgen.
Jurançon AOC
Sud-Ouest. 976ha. Wit met petit manseng (57%), gros manseng (40%), courbu (1,8%), camaralet en lauzet. Tot de phylloxera ramp toesloeg was dit de wijn van het Franse hof, zéér populair in Nederland en Amerika. In de 20e eeuw zorgden enkele liefhebbers er voor dat de oude druiven en productiemethoden in eer werden hersteld. De witte verkreeg al in 1936 zijn AOC. Het grootste deel van de productie is wit en bestaat zowel als moelleux als sec. De wijngaarden liggen in de heuvels, op zo’n 300 meter hoogte en met bodems van klei, zandsteen en rolkei. Ze liggen verspreid over ongeveer 26 gemeentes. De winter is streng en nat, maar de zomer en nazomer zijn warm en droog en een warme zuidenwind schept ideale omstandigheden voor overrijpe druiven die nodig zijn voor de zoete moelleux en die pas in oktober geoogst worden. Deze is rijk en complex, met voldoende zuren en geurt naar exotische vruchten als ananas en guave, en kruiden als muskaat en kaneel. Hij kan erg oud worden, past perfect bij ganzelever maar kan dank zij zijn aciditeit ook zeer goed bij vis in saus of brebis-kaas uit de vallei van de Ossau. 1995 en 1990 waren zeer goede jaren, net als 2001. 40 hl/ha is toegestaan voor zoete wijn, 60 hl/ha voor droge. Opvallend aan de zoete Jurançon wijnen is dat ze niet door botrytis ontstaan maar door wat men de passerillage noemt. De druiven blijven tot laat in de herfst hangen (halfweg november) en de combinatie van een warme, uitdrogende wind uit Spanje en koude nachten doen de druiven verschrompelen en het sap verdikken. De beste worden gerijpt op eik. De droge wijnen mogen echter ook niet onderschat worden: de warme dagen en koele nachten zijn ideaal en dankzij inox en temperatuurcontrole maakt men hier vandaag frisse witte wijnen. Binnen de AOC onderscheid men momenteel drie grote terroirs: Chapelle de Rousse (25% van de aanplant, rechtsboven in de AOC met de typische “cirques”, op het zuiden gelegen amfitheaters), Monein (70% van de aanplant, linksboven, zonnig en zacht, met op het westen gerichte wijngaarden) en Lasseube (5%, onderaan en het hoogste deel van de AOC, tot 400 meter en frisser, maar op het zuiden gericht en bezaaid met rolkeien).
Jurançon Sec AOC
Sud-Ouest. 976ha. Wit met gros manseng, courbu, camaralet en lauzet. De Jurançon Sec is droog en friszuur met florale en fruitige aroma’s, soms met wat tintjes van honing. Hij past zeer goed bij forel en zalm. Vooral de gros manseng wordt gebruikt voor de droge vanwege zijn hogere opbrengst. De petit manseng bevat dan weer meer suikers. 75% van de productie is sec. Hij moet redelijk vroeg gedronken worden maar in sommige gevallen veroudert hij interessant. Sommige wijnmakers gebruiken eik maar de originele frisse smaak verdwijnt er een beetje door.
Château Les Justices
Preignac, Sauternes. Julie en Xavier Gonet-Médeville van Chateau Respide-Médeville. Delicaat, evenwichtig en fris, met eerder lage suikergehaltes. Ontwikkelt zich snel op fles.