Wijn uit Argentinië
Argentinië is het grootste wijnproducerende landen van Zuid-Amerika. Het klimaat is er uitermate geschikt voor wijnbouw. Vooruitstrevende Argentijnse wijnmakers halen het beste uit de druiven en produceren de laatste jaren veel topwijnen van internationale allure.
Met ongeveer 210.000 hectare wijnbouwgrond en een productie van meer dan 15 miljoen hectoliter wijn per jaar, staat Argentinië op de 5e plaats van ’s werelds grootste wijnlanden, na Italië, Frankrijk, Spanje en de Verenigde Staten. De laatste decennia maken Argentijnse wijnmakers steeds meer spannende kwaliteitswijnen.
Geschiedenis
In 1541 plantten Spaanse kolonisten de eerste druiven in Argentinië. Ze ontdekten dat de druiven het best groeiden in het zonnige en droge klimaat aan de voet van het Andes-gebergte. De Spaanse wijnmakers bouwden een geavanceerd irrigatiesysteem van kanalen, de zogenaamde acéquias, waarmee ze hun land voorzagen van smeltwater uit de Andes. De eerste vermeldingen van wijngaarden op schrift dateren van de laatste decennia van de 16e eeuw. Er werden toen veel wijnbouwgronden aangelegd rondom de pas gestichte stad Mendoza. Het gebied rondom deze stad, Mendoza, is nog steeds de belangrijkste wijnregio van Argentinië.
Aan het einde van de 19e eeuw werden veel Europese wijngaarden verwoest door een omvangrijke druifluisepidemie. Franse, Italiaanse en Spaanse wijnmakers emigreerden naar Argentinië om daar een nieuw bestaan op te bouwen. De wijnkennis die ze met zich meebrachten zorgde voor een enorme opbloei van de Argentijnse wijnbouw. In de 20e eeuw raakten de economie en de wijnbouw van het welvarende Argentinië echter steeds meer in verval. Pas in de jaren ’80 klom het land weer een beetje uit het dal. Veel wijngaarden werden toen opgeschoond en herplant met kwaliteitsdruiven, waardoor de kwaliteit van de wijnen toenam.
Wijnbouw
Het klimaat in Argentinië is overwegend droog en zonnig, met uitgesproken seizoenen. De zomers zijn heet en in de winter dalen de temperaturen tot onder het vriespunt. Strenge winters in de Andes, met veel sneeuw, zorgen voor voldoende smeltwater om de wijngaarden mee te irrigeren. Door het warme klimaat en het overvloedige aantal zonne-uren hebben Argentijnse wijnboeren een hoge opbrengst per hectare. Desondanks slagen ze er toch in om smaakvolle, geconcentreerde druiven te oogsten. Wijngaarden met lage rendementen brengen wel de beste wijnen voort. In een aanzienlijk deel van de Argentijnse wijngaarden werken wijnmakers nog met het zogenaamde pergola-systeem. Bij dit oude Italiaanse systeem groeien de druiven op ooghoogte. Tegenwoordig worden de druiven wel steeds vaker langs lage draden geleid. Met dit systeem kunnen ze gemakkelijker mechanisch geoogst kunnen worden.
Druivenrassen
In Argentinië worden talrijke druivenrassen verbouwd. De meest aangeplante druif is de criolla, een druivenras dat afstamt van de eerste wijnstokken die door de conquistadores werden geïntroduceerd. De criolla wordt vooral gebruikt voor lokale consumptie. Daarnaast kent Argentinië nog een aantal zeer kenmerkende druivenrassen. De eerste is de torrontés, een fruitige en aromatische witte druif die aantrekkelijke wijnen kan opleveren. Een andere favoriet is de bonarda, een sappige rode Italiaanse druif waarvan soepele en gemakkelijk drinkbare wijnen gemaakt worden die zeer betaalbaar zijn.
De beste druif van allemaal is de malbec. In Frankrijk, waar deze dikhuidige druif vandaan komt, worden er stoere en behoorlijk zware wijnen van gemaakt (zoals de bekende Cahors). In het warme klimaat van Argentinië levert deze druif juist veel rijkere en toegankelijkere wijnen op, met elementen van pruimen en bramen. Malbec is de meest onderscheidende wijn van Argentinië. Overigens verschijnen er steeds vaker goede wijnen op de markt van internationale druivenrassen als chardonnay, cabernet sauvignon en sinds kort de fruitige viognier.